De toekomst van beloodsing op de Noordzee ziet er veelbelovend uit! Annick De Ridder en MDK kondigen met trots de bouw aan van een innovatieve en duurzame loodsboot. Deze investering is een cruciale stap om de continuïteit naar Vlaamse havens te waarborgen en tegelijk een nieuwe standaard te zetten in klimaatvriendelijke scheepvaart.
Wat maakt deze loodsboot zo bijzonder?
Deze belangrijke investering – 54.36 miljoen EUR – versterkt de rol van Vlaanderen als logistiek knooppunt en garandeert een efficiënte en veilige beloodsing richting onze havens.
– Innovatieve vergroening: Uitgerust met een dieselelektrische voortstuwing en hybride functionaliteit, met het oog op een mogelijke toekomst met methanol als brandstof.
– Veiligheid & veelzijdigheid: Ontworpen om te opereren bij zware omstandigheden en inzetbaar als nood- en coördinatieplatform bij incidenten op zee.
– Comfort & efficiëntie: Moderne kajuiten, ergonomische werkplekken en ontspanningsruimtes maken het schip een toekomstgericht werkplatform.
Het vaartuig, 81 meter lang en 13 meter breed, biedt ruimte aan 20 bemanningsleden en 10 loodsen. Naast beloodsing kan het ook ingezet worden als cruciale schakel voor incidentbeheer op de Noordzee.
Verwacht in 2028: Terwijl ze toewerken naar de ingebruikname, blijven ze inzetten voor een veilige en efficiënte scheepvaart.
Monohull in plaats van een SWATH
De nieuwe loodsboot behoort tot de P-klasse loodsboten die in Nederland al in gebruik zijn.
Met een lengte van 81 meter en een breedte van 13 meter heeft de P-klasse een lange, scherpe en smalle rompvorm. Dit scheepsontwerp zorgt ervoor dat het loodsvaartuig tijdens zware weersomstandigheden langer op zee kan blijven. Het schip is speciaal ontworpen voor het grillige golfpatroon van de Noordzee.
SWATH loodsboten zijn interessant als het te beloodsen schip een vrijboord heeft van meer dan 3 meter. De Belgische loodsboten op de Noordzee zijn SWATH’s.
Annick De Ridder: “De bouw van deze loodsboot is een samenwerking tussen Baltic Workboats Ltd en Uudenkaupungin Työvene Oy. De casco wordt gebouwd in Litouwen en vervolgens getransporteerd naar Finland waar de verdere afbouw gebeurt. Onderdelen worden o.a. in Estland gefabriceerd en dan naar Finland overgebracht.”