• 08/11/22024
  • Mededeling van Vlaams Minister van Onroerend Erfgoed – Ben Weyts

Een aannemer heeft bij werken  langs de IJzerdijk in Diksmuide de restanten gevonden van een Belgische WOI-soldaat. Da’s een vrij uitzonderlijke vondst.

Bij de aanleg van een houten wandel- en fietspad in Diksmuide stootte de aannemer eind september op menselijke beenderen. Er waren onmiddellijk sterke aanwijzingen dat het ging om een gesneuvelde soldaat uit de Eerste Wereldoorlog. De politie besliste om een archeologische toevalsvondst te melden bij het Vlaamse agentschap Onroerend Erfgoed, en ook de Dienst Oorlogsgraven van het War Heritage Institute te verwittigen. De dag nadien al werd het lichaam door een archeologisch team opgegraven en konden de werken verdergezet worden.

“Deze vondst herinnert ons vlak voor de herdenking van Wapenstilstand aan de vele duizenden ‘onbekende soldaten’ van de Eerste Wereldoorlog. Zoveel jongens die nooit geïdentificeerd zijn of die nog altijd vermist zijn in de klei. We moeten onze voorouders zo dankbaar zijn voor alle offers die zij gebracht hebben voor onze vrijheid en onze welvaart. Elke soldaat die we alsnog vinden, zullen we een respectvolle laatste rustplaats geven”, zegt Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts.

“Het is belangrijk dat toevalsvondsten correct gemeld worden en met de nodige kennis behandeld worden. Vele oorlogsslachtoffers worden in Vlaanderen bij toeval gevonden. Hun resten zijn niet alleen een belangrijke bron van kennis over het verleden, maar we zijn het deze gesneuvelden ook verschuldigd dat ze met eerbied een laatste rustplaats krijgen.” Peter De Wilde, administrateur-generaal van Onroerend Erfgoed.

Uit het eerste onderzoek van het lichaam en de vondsten blijkt dat het wellicht gaat om een soldaat die tijdens W.O. I diende in het Belgische leger. Dat is logisch, want de westelijke oever van de IJzer was gedurende de hele oorlog in Belgische handen. Het is wel hoogst uitzonderlijk dat Belgische gesneuvelden gevonden worden. Het was al geleden van 2016 dat er nog stoffelijke overschotten van onze soldaten gevonden werden, en daarvoor was het zelfs al geleden van 1952. Er waren in absolute aantallen veel minder Belgische soldaten actief in de oorlog, in vergelijking met de Britse, Franse of Duitse legers. Daarnaast was de aard van de gevechten aan het IJzerfront en de overstroomde IJzervlakte  van een andere orde dan in de regio van Ieper of Mesen. Daar stormden de troepen vaker roekeloos op elkaar af, met vele duizenden doden tot gevolg.

Soldatenring en uniformknop

Wie deze soldaat was, komen we allicht niet te weten. De tand des tijds heeft jammer genoeg z’n werk gedaan. Maar de kleinere vondsten kunnen nog geheimen prijsgeven.

Het slachtoffer droeg aan zijn rechterhand een soldatenring die aan het front was vervaardigd, met daarin de inscriptie van een posthoorn en het jaartal 1915. De aangetroffen kledijfragmenten, waaronder een uniformknop met een Belgische leeuw, verwijzen dan weer naar een kakikleurig uniform dat pas vanaf 1915 in gebruik was bij de troepen aan de IJzer.